Zorg voor een goed geslepen en goed afgestelde maaimachine. Laat dit bij voorkeur door een vakman doen. De beste afstelhoogte voor een maaimachine is zo’n 3,5 centimeter. Dit kunt u het beste meten als de maaimachine op een harde ondergrond staat. De maai-frequentie is afhankelijk van het seizoen en de groei van het gras. In het vroege voorjaar en het late najaar 1 maal per week en in de tussenliggende periode zo’n 1 á 2 maal per week. Als het warm en droog weer is kunt u beter niet te vaak maaien. Zorg dat het gras niet al te lang is voor de winter in gaat.

Betreden bij extreme weersomstandigheden, zoals op bevroren, besneeuwd of te nat gras, brengt schade toe aan uw gazon. Als het in de zomer warm en droog weer is en het gazon wordt intensief gebruikt (spelende kinderen) dan kunt u het ’s avonds besproeien. Sproei bij voorkeur één keer in de week, een uur lang. Hoe beter u uw gras in conditie houdt, hoe sneller het hersteld na een beschadiging.

Het verdient de voorkeur uw gazon te bemesten met een organische meststof of een langwerkende kunstmest. De voordelen van de twee meststoffen is, dat ze geleidelijk, gecontroleerd en langdurig hun werk doen. De bekalking vindt plaats in februari, in het voorjaar als het gras begint te groeien mag de eerste bemesting uitgevoerd worden. De volgende bemesting is afhankelijk van welke meststof u gebruikt. Een goede meststof heeft op de verpakking een duidelijke handleiding, waarmee u zelf de bemesting kunt berekenen voor uw gazon. In oktober vindt de laatste bemesting plaats.

Mos ontstaat in uw gazon door o.a. zure grond, te kort maaien, tekort aan voedingstoffen en/of zich ophopend vocht door bijvoorbeeld schaduw van bomen en muren. Mos bestrijden is een moeilijke klus, maar met een mosbestrijder en verticuteren komt u al een heel eind met het verwijderen daarvan. Daarna is het belangrijk uw gras zo spoedig mogelijk weer in conditie te brengen door bemesten, en/of beluchten en maaien.

Oud en dood gras vormen in de loop van de tijd een zogenaamde viltlaag in uw gazon. Deze laag is bruin van kleur en voelt zacht aan. Het aanpakken van deze laag gaat door middel van verticuteren. U maakt deze laag los en verwijdert deze. Tevens zal door middel van het verticuteren (een deel van) het onkruid verwijderd worden. Na het verticuteren kan er weer lucht in de grond komen bij de wortels van het gras. Tevens bevorderd het een betere drainage en opname van de voedingstoffen. Verticuteer nooit te diep, want dan beschadigt u de wortels van het gras. Verticuteren doet u in het voor- en/of na-jaar. Na het verticuteren kunt u eventueel wat bijzaaien met graszaad.